Ik ben 15 jaar en wil niet sterven-1957
|
||||||||||||||||||||||
Présentation du livre par l'éditeur
|
||||||||||||||||||||||
Tweemaal overschreed Christine Arnothy illegaal een grens. Op haar achttiende jaar, in 1948, vluchtte zij met haar ouders uit Hongarije, en op 17 December 1954 bracht een bevriende diplomaat haar per auto zonder paspoort of visum van Brussel naar Parijs om "Le grand Prix Vérité" uit handen van de beroemde schrijver Georges Duhamel in ontvangst te nemen. De schrijfster Christine Arnothy wekte te Brussel als gouvernante en kamermeisje, terwijl haar Hongaarse echtgenoot als taxichauffeur collegegeld voor zijn studie in de rechtswetenschappen verdiende. Hij vertaalde haar manuscript uit het schoolschrift, dat zij op haar vlucht had meegenomen, opdat zij mee zou kunnen dingen naar de prijs van 200'000 francs uitgeloofd door de Parisien Libéré voor het meest waarheidsgetrouwe Literaire werk. Ofschoon zij van de jury gehoord had dat haar inzending met enige andere manuscripten in de "laatste ronde" was gekomen, bleef Christine Arnothy tot 16 December, kort voor middernacht, in het onzekere. Toen de post met een expresse-brief kwam, was zij juist met een slaapmiddeltje naar bed gegaan. Als "imitatie diplomaten dochter" werd zij de volgende dag naar Parijs gesmokkeld, waar zij als echte schrijfster van het meest oprechte waarheidsgetrouwe verhaal werd ontvangen en gevierd. Ik ben vijftien en wil niet sterven werd binnen enkele maanden wereldberoemd. In grote oplagen verschenen uitgaven in het Duits, Engels, Fins, Frans, Hongaars, Japans en Spaans. |
||||||||||||||||||||||
© Ad.Donker et Christine Arnothy
|
||||||||||||||||||||||
© Christine Arnothy
|